Hulp bij de WMO


U woont nog zelfstandig. Maar lichamelijk wordt het allemaal wat minder. Het lukt je niet meer je huis netjes te houden. Traplopen wordt te moeilijk. Je hebt een probleem met vervoer. In dit soort gevallen kunt u bij de gemeente een beroep doen op de WMO. (Wet Maatschappelijke Ondersteuning).

Als u hulp heeft gevraagd, komt er eerst iemand van de gemeente met u praten. Dat heet het "keukentafelgesprek". Dan wordt er met u gesproken, om een goed beeld te krijgen van het probleem. Wat kunt u nog wel en wat niet.

Heeft u hulp in de buurt van familie of vrienden? In wat voor soort huis woont u? Waar maakt u gebruik van in het huis?

U krijgt ook het advies om dat gesprek NIET alleen te voeren. U kunt daar een familielid of goede kennis bij vragen.

U kunt echter ook om "clientondersteuning" vragen. De cliëntondersteuners hebben een opleiding gehad van de KBO en kennen het WMO beleid. Zij zijn aanwezig bij het gesprek en kunnen u helpen met de juiste vragen te stellen.

Na het gesprek krijgt u na enige tijd een verslag van het gesprek met een "voorstel". In dat voorstel staat wat de gemeente u wil bieden om het probleem dat u heeft op te lossen. Het kan dus zijn dat u hulp in de huishouding krijgt.

De gemeente heeft daar normen voor. Zoveel minuten voor een slaapkamer, zoveel voor een woonkamer etc.

Het is goed om dat even rustig te bekijken. Dat kunt u ook weer samen doen met de cliëntondersteuner.

Bij onze seniorenvereniging hebben we twee mensen die zich daar voor in willen zetten. Dat zijn:

Jan Alders tel 0613003727 en

André Oud tel 0621991645

Die kunt u ook bellen als u advies wil.