Statuten KBO-Afdeling Seniorenvereniging Maarheeze

Statuten KBO-Afdeling Seniorenvereniging Maarheeze

Artikel 1 – Naam, zetel, grondslag en duur

1. De vereniging is genaamd "Katholieke Bond van Ouderen Afdeling Maarheeze, ook genaamd Seniorenvereniging Maarheeze, in deze statuten te noemen KBO-Afdeling, en is gevestigd te Maarheeze.

2. De KBO-Afdeling maakt deel uit van de Katholieke Bond van Ouderen in Noord-Brabant, hierna te noemen KBO-Brabant.

3. De leden van de KBO-afdeling onderschrijven en respecteren de grondslag van KBO-Brabant.

4. De KBO-Afdeling is opgericht op 10 maart 1960 en is aangegaan voor onbepaalde tijd.

Artikel 2 – Doel

1. De KBO-Afdeling stelt zich ten doel het behartigen van de belangen van senioren in het algemeen en die van haar leden in het bijzonder, in de meest ruime zin van het woord.

2. De KBO-Afdeling beoogt met het geheel van haar activiteiten die het algemeen belang dienen niet het maken van winst.

Artikel 3 – Middelen

De KBO-Afdeling tracht haar doel te bereiken door:

a. het behartigen van individuele belangen van leden en vrijwilligers;

b. collectieve belangenbehartiging van senioren;

c. het vertegenwoordigen van de belangen van senioren bij overheden en andere instanties;

d. het samenwerken met organisaties en instellingen met een gelijk of aanverwant doel;

e. het organiseren van sociaal-culturele activiteiten;

f. het aanwenden van andere wettige middelen.

Artikel 4 – Lidmaatschap

1. Leden zijn zij, die de leeftijd van tenminste vijftig jaren hebben bereikt en na een aanvraag daartoe bij het Afdelingsbestuur door dat bestuur als lid zijn toegelaten. Voor partners van leden en van overleden leden geldt geen leeftijdsgrens.

2. Het lidmaatschap van de KBO-Afdeling is onverbrekelijk verbonden met het lidmaatschap van betrokkene bij KBO-Brabant. Het Afdelingsbestuur is verplicht om met redelijke spoed een nieuw toegelaten lid als lid aan te melden bij KBO-Brabant. De Afdeling zal namens KBO-Brabant het lid voorzien van een ledenpas. De beide lidmaatschappen gelden als ingegaan op de dag van toelating door het Afdelingsbestuur.

3. De leden zijn verplicht de grondslag van de KBO-Afdeling en die van KBO-Brabant te respecteren en zich te houden aan de statuten en relevante reglementen van KBO-Brabant en zijn geledingen, alsmede aan de besluiten van de organen van de Afdeling.

4. De Ledenvergadering is bevoegd om aan de leden verplichtingen (waaronder de verplichting tot het betalen van contributie) op te leggen. Het voorstel daartoe dient bij de oproeping van de vergadering bekend te worden gemaakt.

5. Het lidmaatschap eindigt: a. door overlijden van het lid; b. door opzegging door het lid aan de KBO-Afdeling; c. door opzegging aan het lid; d. door ontzetting.

6. Opzegging en ontzetting geschieden met een schriftelijk en gemotiveerd bericht aan betrokkene door het Afdelingsbestuur. Betrokkene heeft echter, mits binnen een termijn van zes weken, recht van beroep op de Ledenvergadering; in die vergadering heeft betrokkene spreekrecht, doch geen stemrecht. Hangende het beroep is het lid geschorst.

7. Opzegging van het lidmaatschap namens de KBO-Afdeling kan door het Afdelingsbestuur al dan niet op voorstel van de ledenvergadering geschieden:

a. wegens wanbetaling;

b. wegens het verlies van de vereisten voor het lidmaatschap;

c. wanneer van de KBO-Afdeling voortzetting van het lidmaatschap in redelijkheid niet kan worden gevergd;

d. wanneer het lid zich schuldig maakt aan gedragingen, die de belangen van de KBO-Afdeling dan wel KBO-Brabant, in ernstige mate schaden.

8. Ontzetting van een lid kan geschieden door het Afdelingsbestuur:

a. wegens handelingen in strijd met de statuten en/of enig reglement;

b. wegens handelingen in strijd met besluiten van enig orgaan van de KBO-Afdeling;

c. wegens het op onredelijke wijze benadelen van de KBO-Afdeling.

9. Wanneer het lidmaatschap in de loop van het boekjaar eindigt, blijft de contributie voor het gehele jaar verschuldigd.

Artikel 5 – Samenstelling, vergaderfrequentie en oproeping ledenvergadering

1. Aan de Ledenvergadering kan worden deelgenomen door de tot de KBO-Afdeling behorende leden, door het Afdelingsbestuur, door het Kringbestuur van de Kring waartoe de KBO-Afdeling behoort, alsmede door hen, die met toestemming van de ledenvergadering daartoe zijn uitgenodigd.

2. De Ledenvergadering wordt tenminste eenmaal per jaar bijeengeroepen, bij voorkeur vóór 1 mei, maar uiterlijk in de maand juni van ieder jaar (de jaarvergadering waarin het (financiële) jaarverslag aan de orde komt) en voorts wanneer het Afdelingsbestuur dat wenselijk acht.

3. Verder wordt de Ledenvergadering bijeengeroepen, binnen veertien dagen, nadat een aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van tenminste 5% van de stemmen of, indien dat minder is, tenminste dertig leden daarom aan het bestuur verzoekt. Indien aan dat verzoek door het Afdelingsbestuur niet tijdig wordt voldaan, zijn de verzoekers zelf tot bijeenroeping bevoegd. Terzake van deze bijeenroeping gelden de gewone voorschriften, met dien verstande, dat oproeping ook kan geschieden door middel van een oproep in een ter plaatse waar de KBO-Afdeling is gevestigd veelgelezen (bij voorkeur plaatselijk) dagblad dan wel huis-aan-huisblad. In een dergelijke vergadering voorziet de vergadering zelf in haar leiding.

4. De bijeenroeping kan naast schriftelijk eveneens door middel van een elektronisch communicatiemiddel, zoals per e-mail, plaatsvinden.

5. Voor elke Ledenvergadering wordt de conceptagenda tenminste acht dagen van tevoren aan de leden van de KBO-Afdeling per post, lokale nieuwsbrief of per e-mail bekend gemaakt door het Afdelingsbestuur. Het bestuur van de KBO-Afdeling stelt de leden in de gelegenheid kennis te nemen van de stukken die in de Ledenvergadering aan de orde zullen komen.

6. De vergadering staat onder leiding van een voorzitter, die door en uit de Ledenvergadering wordt benoemd.

7. Van het behandelde in een Ledenvergadering wordt een verslag opgemaakt, dat uiterlijk zes weken na de vergadering aan de leden van de KBO-Afdeling ter beschikking wordt gesteld.

Artikel 6 – Bevoegdheden

Aan de Ledenvergadering komen alle bevoegdheden toe, die niet krachtens de wet of door deze statuten aan het Afdelingsbestuur, KBO-Brabant of een ander orgaan zijn opgedragen. Tot de taak van de Ledenvergadering behoort met name:

a. de beoordeling van het beleid van het bestuur van de KBO-Afdeling en vaststelling van een beleids- en/of werkplan;

b. de behandeling en vaststelling van het jaarverslag, de financiële verslagen en de begroting en het aanwijzen van de financiële middelen, waaronder met name het vaststellen van de Afdelingscontributie per lid;

c. de verkiezing van de bestuursleden, de voorzitter en de leden van de kascontrolecommissie;

d. het behandelen van en het beslissen over voorstellen, ingediend door het Afdelingsbestuur of door de leden van de KBO-Afdeling;

e. het beslissen over zaken welke aan de Ledenvergadering zijn opgedragen.

Artikel 7 – Besluitvorming Ledenvergadering

1. Ieder lid heeft – behoudens het bepaalde in artikelen 4 lid 6 en artikel 14 – ter vergadering een stem. Een stem kan ook worden uitgebracht door een ter beoordeling van de voorzitter duidelijke volmacht gegeven aan een ander lid.

We stellen een maximum van 3 volmachten per persoon.

Ieder lid van het Afdelingsbestuur heeft als zodanig een raadgevende stem in de Ledenvergadering.

2. Voor zover niet een andere meerderheid is voorgeschreven, kan een besluit worden genomen met tenminste volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen.

3. Stemmen zijn ongeldig, indien ze blanco zijn ingeleverd, ondertekend of op andere wijze gemerkt zijn, dan wel meer of andere namen van personen bevatten dan gekozen kunnen worden.

4. De voorzitter kan besluiten dat een stemming schriftelijk geschiedt. Ingeval van een schriftelijke stemming benoemt de voorzitter een commissie, bestaande uit drie personen, die geen bestuurslid zijn, die belast is met het bepalen van de uitslag van de stemming.

5. Indien bij stemming over personen niemand de volstrekte meerderheid heeft behaald, vindt een tweede vrije stemming plaats. Indien ook dan door niemand de vereiste meerderheid wordt behaald, vindt herstemming plaats tussen de personen, die het hoogste en op een na hoogste aantal stemmen hebben behaald. Staken alsdan de stemmen, dan beslist het lot.

6. Ingeval van staking van de stemmen over zaken is het voorstel verworpen.

7. Het door de voorzitter van de vergadering uitgesproken oordeel, dat een besluit is genomen is beslissend. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van dat oordeel de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, indien tenminste een lid dat verlangt. Alsdan vervalt de uitslag van de eerste stemming.

8. Besluiten kunnen worden genomen zonder hoofdelijke stemming, tenzij een lid zich daartegen verzet of de voorzitter van de vergadering hoofdelijke stemming gewenst acht.

9. Ieder stemgerechtigd lid kan in een Ledenvergadering het stemrecht uitoefenen door middel van een elektronisch communicatiemiddel, mits de stemgerechtigde via het elektronisch communicatiemiddel kan worden geïdentificeerd, rechtstreeks kan kennisnemen van de verhandelingen ter vergadering en het stemrecht kan uitoefenen. Bovendien dient de stemgerechtigde via het elektronisch communicatiemiddel deel te kunnen nemen aan de beraadslagingen. De Ledenvergadering is bevoegd bij reglement voorwaarden te stellen aan het gebruik van het elektronische communicatiemiddel. Indien de Ledenvergadering van deze bevoegdheid gebruik heeft gemaakt, worden de voorwaarden bij de oproeping bekend gemaakt.

10. Indien bij de oproeping bepaald, kunnen stemmen voorafgaand aan een Ledenvergadering via een elektronisch communicatiemiddel worden uitgebracht. Stemmen die voorafgaand aan de Ledenvergadering via een elektronisch communicatiemiddel worden uitgebracht, doch niet eerder dan op de dertigste dag voor die van de vergadering, worden gelijk gesteld met stemmen die ten tijde van die vergadering worden uitgebracht.

11. Ook buiten de vergadering kunnen, mits met algemene stemmen van alle leden, besluiten worden genomen. De stemmen dienen dan te worden uitgebracht schriftelijk of via een elektronisch communicatiemiddel. Het hiervoor in dit lid bepaalde is op zoveel mogelijk overeenkomstige wijze van toepassing, indien een onderwerp niet tijdig geagendeerd is.

 Artikel 8 – Samenstelling Afdelingsbestuur

1. Het Afdelingsbestuur bestaat uit tenminste drie leden, te kiezen door en uit de Ledenvergadering, waarbij de voorzitter in functie gekozen wordt.

2. Het Afdelingsbestuur kiest uit zijn midden een secretaris en een penningmeester. De overige taken worden in onderling overleg verdeeld.

3. De Ledenvergadering bepaalt het aantal bestuursleden.

4. Indien gewenst kan een Dagelijks Bestuur gevormd worden, bestaande uit de voorzitter, secretaris en penningmeester.

5. Indien het aantal bestuursleden daalt tot beneden het vastgestelde aantal, vormen de resterende bestuursleden of vormt het resterende bestuurslid niettemin een bevoegd bestuur met de uitdrukkelijke verplichting op zo kort mogelijke termijn over te gaan tot aanvulling tot het vastgestelde minimum aantal bestuursleden.

6. Bij ontstentenis of belet van alle leden van het Afdelingsbestuur, berust het bestuur van de KBO-Afdeling tijdelijk bij een of meer door de Ledenvergadering daartoe voor dit doel aangewezen personen. De Ledenvergadering is verplicht voor deze aanwijzing zorg te dragen. De Ledenvergadering heeft het recht om ook in geval van ontstentenis of belet van een of meer, doch niet alle bestuursleden, een of meer personen als bedoeld in de eerste volzin van dit lid, aan te wijzen die alsdan mede met het bestuur van de KBO-Afdeling zijn belast.

7. Bestuursleden kunnen te allen tijde onder opgaaf van redenen door de Ledenvergadering worden geschorst of ontslagen.

8. Indien ingeval van schorsing van een bestuurslid de Ledenvergadering niet binnen drie maanden daarna tot zijn ontslag heeft besloten, eindigt de schorsing. Het geschorste lid wordt in de gelegenheid gesteld zich in de Ledenvergadering te verantwoorden en kan zich daarbij door een raadsman doen bijstaan.

Artikel 9 – Voorzitter Afdeling

1. De voorzitter leidt de vergaderingen van het Afdelingsbestuur, het Dagelijks Bestuur en de Ledenvergadering.

2. Met de overige leden van het Dagelijks Bestuur zorgt hij voor de dagelijkse gang van zaken, de ledenadministratie en de voorbereiding van bestuurs- en ledenvergaderingen.

Afdeling 10 – Secretaris Afdeling

1. De secretaris draagt zorg voor de uitgaande en ingekomen stukken en maakt hiervan een lijst. Hij doet op iedere bestuursvergadering hierover mededelingen.

2. Hij draagt zorg voor een passende administratie, maakt van alle vergaderingen een verslag of notulen en/of een besluitenlijst en voert de correspondentie.

3. Hij draagt zorg voor een duidelijk en overzichtelijk jaarverslag, waarin de activiteiten in het voorbije jaar worden vermeld en waaruit de stand van zaken in de KBO-Afdeling blijkt.

4. Hij houdt nauwgezet het ledenregister bij en mutaties in het ledenbestand geeft hij namens het Afdelingsbestuur met de nodige gegevens door, met inachtneming van de privacywetgeving, overeenkomstig artikel 6 van het Huishoudelijk Reglement van KBO-Brabant.

Artikel 11 – Penningmeester Afdeling

1. De penningmeester beheert – voor zover nodig op basis van een volmacht van het Afdelingsbestuur – de geldmiddelen.

2. Hij voert een overzichtelijke boekhouding van de inkomsten en uitgaven en brengt op de jaarvergadering financieel verslag uit met een rapport van de kascontrolecommissie. Tussentijds geeft hij het Afdelingsbestuur inlichtingen over de stand van de financiën.

3. Hij regelt de inning van de contributie en eventuele subsidieaanvragen.

Gewijzigd vastgesteld door de Algemene Vergadering van KBO-Brabant op 25 november 2021

4. Hij draagt zorg voor een tijdige afdracht van het door de Ledenvergadering vastgestelde bedrag aan het Algemeen Bestuur, overeenkomstig artikel 26 van het Huishoudelijk Reglement van KBO-Brabant.

Artikel 12 – Kandidaatstelling

1. Kandidaatstelling voor voorzitter of lid van het Afdelingsbestuur geschiedt schriftelijk, door het Afdelingsbestuur of door tenminste vijf leden van de KBO-Afdeling.

2. Iedere kandidaatstelling dient vergezeld te gaan van een schriftelijke bereidverklaring van de voorgestelde kandidaat, met vermelding van relevante gegevens.

Artikel 13 – Verkiezing

1. De verkiezing tot voorzitter of lid van het Afdelingsbestuur geschiedt bij schriftelijke stemming door de Ledenvergadering van de KBO-Afdeling.

2. De wijze van stemming geschiedt overeenkomstig artikel 7 van deze statuten.

3. Indien het aantal kandidaten overeenkomt met het aantal vacatures en indien geen schriftelijke stemming wordt gevraagd, kan de Ledenvergadering besluiten tot benoeming bij acclamatie.

4. Afdelingsbestuursleden worden voor een periode van 3 jaar benoemd en zijn steeds herkiesbaar.

5. Het Afdelingsbestuur stelt een rooster van aftreden op, ingevolge hetwelk in enig jaar niet tegelijk de voorzitter, de secretaris en de penningmeester of twee van hen tegelijk aftreden. Herverkiezing als lid van het Afdelingsbestuur leidt niet automatisch tot herstel in de functie die betrokkene eerder vervulde. Het rooster van aftreden behoeft de goedkeuring van de Ledenvergadering.

6. Een in een tussentijdse vacature gekozen bestuurslid neemt op het rooster de plaats in van zijn voorganger, doch volgt niet noodzakelijk op in diens functie in het Afdelingsbestuur.

Artikel 14 – Einde lidmaatschap Afdelingsbestuur

1. Het lidmaatschap van het Afdelingsbestuur eindigt:

a. doordat het lid het lidmaatschap van het Afdelingsbestuur opzegt;

b. doordat het lid ophoudt lid te zijn van de KBO-Afdeling en van KBO-Brabant;

c. doordat het lid het vrije beheer over zijn geldelijke vermogen verliest;

d. door verloop van de periode waarvoor betrokkene is gekozen;

e. door een besluit tot ontslag van de Ledenvergadering. Bij de besluitvorming in de Ledenvergadering over dit ontslag heeft de betrokkene geen stemrecht doch wel spreekrecht;

f. door overlijden.

2. Een bestuurslid of commissielid kan te allen tijde door het orgaan dat hem heeft gekozen respectievelijk benoemd, worden ontslagen of geschorst volgens artikel 24 van de statuten van KBO-Brabant. De bepalingen hieromtrent in artikel 40 van het Huishoudelijk Reglement van KBO-Brabant zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 15 – Taken en bevoegdheden Afdelingsbestuur

1. Het Afdelingsbestuur is belast met de algehele leiding van de KBO-Afdeling, de uitvoering van de bepalingen in deze statuten en in de reglementen bedoeld in artikel 25 van de statuten van KBO-Brabant en van de besluiten van de Ledenvergadering. Het bestuur handelt daarbij integer en transparant.

Zie nadere bepalingen “Afspraken met betrekking tot WBTR” pagina 9 en 10.

2. Het Afdelingsbestuur voert alle taken uit, voor zover deze niet bij of krachtens de wet, de statuten en/of reglement aan andere organen zijn opgedragen.

3. Het Afdelingsbestuur is bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen. Het is niet bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten waarbij de KBO-Afdeling zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een derde verbindt.

4. Het Afdelingsbestuur is omtrent zijn handelen en optreden verantwoording verschuldigd aan de Ledenvergadering.

5. Ieder lid van het Afdelingsbestuur is tegenover de KBO-Afdeling gehouden tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak. Bij de vervulling van hun taak richten de bestuurders zich naar het belang van de KBO-Afdeling en haar organisatie.

6. Het Afdelingsbestuur kan ter behartiging van bijzondere taken of activiteiten een commissie instellen.

7. Het Afdelingsbestuur kan één of meerdere adviseurs benoemen.

8. Het Dagelijks Bestuur is, indien gevormd, belast met de dagelijkse gang van zaken, de ledenadministratie en de voorbereiding van het Afdelingsbestuur en de Ledenvergadering.

9. Het Afdelingsbestuur stelt zo mogelijk een beleidsplan en een daaruit voortvloeiend werkplan op en legt dit ter goedkeuring voor aan de Ledenvergadering.

10. Het Afdelingsbestuur wijst uit zijn leden vertegenwoordigers aan in de Kringraad.

11. Het Afdelingsbestuur draagt kandidaten voor ten behoeve van het Kringbestuur.

Artikel 16 – Vertegenwoordiging

1. Het Afdelingsbestuur vertegenwoordigt de KBO-Afdeling.

2. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan twee gezamenlijk handelende bestuursleden. 3. Het Afdelingsbestuur kan volmacht verlenen aan één of meer bestuursleden alsook aan anderen, om de KBO-Afdeling binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.

Artikel 17 – Bestuursvergaderingen

1. Het Afdelingsbestuur vergadert bij voorkeur maandelijks, doch ten minste vijf keer per jaar.

2. Het Dagelijks Bestuur kondigt uiterlijk een week van tevoren een bestuursvergadering aan, onder gelijktijdige aanbieding van een agenda met de vergaderpunten.

3. Een lid van het Afdelingsbestuur of het Dagelijks Bestuur neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming, indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat strijdig is met het belang van de KBO-Afdeling. Wanneer hierdoor geen besluit kan worden genomen, wordt het besluit genomen door de Ledenvergadering.

Artikel 18 – Besluitvorming Afdelingsbestuur

1. Ieder lid van het Afdelingsbestuur heeft ter vergadering één stem.

2. Hetgeen in deze statuten is bepaald betreffende besluitvorming in de Ledenvergadering is op zoveel mogelijk overeenkomstige wijze van toepassing op besluitvorming in de vergadering van het Afdelingsbestuur.

Artikel 19 – Boekjaar

Het boekjaar van de KBO-Afdeling is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 20 – Geldmiddelen

1. De inkomsten van de KBO-Afdeling bestaan uit:

− de contributie van de leden;

− subsidies en donaties;

− overige baten.

2. Een natuurlijk persoon noch een rechtspersoon kan beschikken over het vermogen van de KBO-Afdeling als ware het zijn eigen vermogen als bedoeld in artikel 1a lid 1 sub c van de Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994.

3. De KBO-Afdeling wendt haar vermogen aan voor de verwezenlijking van haar doel en het uitoefenen van de daarbij behorende activiteiten.

4. Vergaderkosten en overige kosten van de leden van de Ledenvergadering en het Afdelingsbestuur komen voor rekening van de KBO-Afdeling.

Artikel 21 – Contributie

1. De contributie wordt geïnd door het Afdelingsbestuur. De wijze van inning van de contributie wordt door het Afdelingsbestuur vastgesteld.

2. Het Afdelingsbestuur bepaalt de hoogte van de contributie, alsmede de hoogte van de contributie die verschuldigd is wanneer iemand in de loop van het kalenderjaar toetreedt als lid.

3. Bij beëindiging van het lidmaatschap gedurende het boekjaar heeft geen restitutie van contributie plaats.

4. Het Afdelingsbestuur kan afwijken van het bepaalde in lid 3.

Artikel 22 – Kascontrolecommissie

1. De Ledenvergadering stelt een kascontrolecommissie in. De commissie bestaat uit ten minste twee leden, die geen deel mogen uitmaken van het Afdelingsbestuur.

2. De jaarrekening en verantwoording van de penningmeester worden door de kascontrolecommissie gecontroleerd en vergeleken met de door de leden goedgekeurde begroting. Daarna brengt de commissie verslag uit van haar bevindingen aan de Ledenvergadering.

Artikel 23 – Financieel jaarverslag en decharge

1. Tijdens de Ledenvergadering legt het Afdelingsbestuur verantwoording af van het financieel beheer in het afgelopen boekjaar aan de hand van jaarstukken (staat van baten en lasten en balans).

2. Goedkeuring van de jaarstukken door de Ledenvergadering strekt het Afdelingsbestuur tot decharge voor het gevoerde financiële beheer, tenzij de Ledenvergadering, met redenen omkleed, anders beslist.

Artikel 24 – Reglementen

1. Het bestuur van de KBO-Afdeling kan nadere bepalingen of een huishoudelijk reglement vaststellen.

2. De nadere bepalingen of het huishoudelijk reglement mogen geen bepalingen bevatten in strijd met de statuten en reglementen van KBO-Brabant.

Artikel 25 – Statutenwijziging

1. Wijziging in deze statuten kan slechts worden aangebracht met twee/derde van de uitgebrachte geldige stemmen in een hiertoe uitdrukkelijk, onder mededeling van de voorgestelde wijzigingen, opgeroepen Ledenvergadering.

2. De oproeping voor deze vergadering en de voorstellen moeten minstens twee weken tevoren aan de leden worden toegezonden.

3. Een statutenwijziging treedt eerst in werking nadat daarvan een notariële akte is verleden.

4. De leden van het Afdelingsbestuur zijn overeenkomstig het bepaalde in artikel 16, ten aanzien van de vertegenwoordigingsbevoegdheid, bevoegd de notariële akte van statutenwijziging te ondertekenen.

5. De leden van het Afdelingsbestuur zijn verplicht een authentiek afschrift van de akte van statutenwijziging en een volledige doorlopende tekst van de statuten, zoals deze na de wijziging luiden, neer te leggen ten kantore van het Handelsregister, gehouden door de Kamer van Koophandel.

6. Wijziging van de statuten behoeft de goedkeuring van het Algemeen Bestuur van KBO-Brabant.

 Artikel 26 - Ontbinding KBO-Afdeling

1. Tot ontbinding van de KBO-Afdeling kan slechts worden besloten door de Ledenvergadering op dezelfde wijze als in artikel 25 ten aanzien van statutenwijziging is bepaald. Het besluit tot ontbinding is eerst definitief nadat KBO-Brabant daaraan zijn goedkeuring heeft gehecht.

2. Nadat een besluit ter ontbinding van de KBO-Afdeling definitief is treedt het bestuur op als commissie van liquidatie. De liquidatie zal geschieden met inachtneming van het daaromtrent bepaalde in het Burgerlijk Wetboek. De Ledenvergadering die tot ontbinding van de KBO-Afdeling besluit, beslist tevens over de aanwending van de overblijvende baten en bezittingen. Indien ten tijde van de ontbinding de KBO-Afdeling wordt aangemerkt als ‘Algemeen Nut Beogende Instelling’ dient een eventueel batig saldo van de ontbonden KBO-Afdeling volledig besteed te worden ten behoeve van een Algemeen Nut Beogende Instelling met een soortgelijke doelstelling of van een buitenlandse instelling die voor minimaal negentig procent (90%) gericht is op het algemeen nut en die een soortgelijke doelstelling heeft. Indien ten tijde van de ontbinding de KBO-Afdeling niet wordt aangemerkt als een Algemeen Nut Beogende Instelling wordt een eventueel batig saldo van de ontbonden KBO-Afdeling zoveel mogelijk besteed in overeenstemming met de doelstelling van de KBO-Afdeling.

3. Na de ontbinding blijft de KBO-Afdeling voortbestaan, voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. In stukken en aankondigingen die van de KBO-Afdeling uitgaan, moeten aan haar naam worden toegevoegd de woorden “in liquidatie”.

4. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten, voor zover mogelijk, van kracht. Zij die met de vereffening van de KBO-Afdeling zijn belast, zijn verplicht van de ontbinding inschrijving te doen in het in artikel 25 lid 5 van deze statuten bedoelde register.

5. De boeken en bescheiden van de ontbonden KBO-Afdeling moeten worden bewaard gedurende de wettelijk voorgeschreven termijn na afloop van de vereffening. Bewaarder is degene die door de vereffenaar(s) als zodanig is aangewezen.

Artikel 27 – Overgangsbepaling De bij de inwerkingtreding van deze statuten zittende bestuursleden worden geacht te zijn gekozen overeenkomstig het gestelde in deze statuten.

Artikel 28 – Slotbepaling

1. In alle gevallen waarin noch door statuten, noch door reglementen is voorzien of wanneer bepalingen daarvan voor meer dan één uitleg vatbaar zijn of anderszins onduidelijk, beslist het Afdelingsbestuur.

2. Onder “schriftelijk” wordt in deze statuten verstaan elk via de gangbare communicatiekanalen overgebracht leesbaar en reproduceerbaar bericht.

 

Nadere bepalingen “Afspraken met betrekking tot WBTR”.

Uitwerking artikel 15.1 van deze statuten:

  1. Alle bestuursleden handelen in het belang van de vereniging. Dat betekent dat zij zullen handelen als bestuurder en niet als privé-persoon, zowel intern (binnen de vereniging) als extern (in relatie met derden).
  2. Bij aankopen stellen de bestuursleden het belang van de vereniging voorop. In situaties die van belang zijn voor de vereniging, handelen zij niet op basis van persoonlijke voorkeur, maar op basis van wat goed is voor de vereniging.
  3. Bestuursleden handelen integer en transparant. Dat betekent: oog hebben voor het verenigingsbelang en inzicht willen geven in beslissingen. De belangrijkste beslissingen worden gepubliceerd op zo’n manier dat de leden duidelijk kunnen zien hoe en welke besluiten zijn genomen.

Financiën:

 

  1. Er is een goede regeling voor onze verenigingsfinanciën. Het bestuur gaat bewust om met uitgaven van het verenigingsgeld en zal dat zoveel mogelijk gebruiken voor het bereiken van de afgesproken doelen.
  2. Het bestuur laat de leden op tijd de financiële verantwoording zien, zodat zij er hun oordeel over kunnen geven.
  3. Er is een kascommissie vanuit de ledenvergadering die jaarlijks de boekhouding controleert en verslag uitbrengt aan de leden.
  4. Wij  hanteren het vier-ogen-principe bij uitgaven boven een bedrag van € 500,00. Dat betekent dat er altijd twee bestuursleden akkoord moeten zijn met overboekingen. Verder heeft niet alleen de penningmeester, maar tenminste één ander bestuurslid ook altijd inzicht in de actuele financiële stand van zaken.
  5. Bij uitgaven boven € 1.000,00 vragen wij minimaal 2 offertes aan bij verschillende leveranciers. We bespreken de offertes met het bestuur en leggen de besluitvorming over de keuze vast in de notulen. Bij dergelijke opdrachten aan leveranciers is er altijd een schriftelijke opdrachtbevestiging, zodat er achteraf duidelijkheid is over wat is afgesproken.
  6. Het bestuur streeft actief naar het tegengaan van fraude en onenigheid doormiddel van het hanteren van goede procedures en afspraken. Er zijn geregeld bestuursbijeenkomsten waarvoor een agenda opgesteld wordt de belangrijkste genomen besluiten genotuleerd worden. Vastgelegd wordt wie bij de bestuursvergaderingen aan- en afwezig zijn. Afspraken worden helder en eenduidig geformuleerd. De verslagen worden bewaard.

 

Aansprakelijkheid van bestuursleden

 

1. Afspraken voor huidige bestuursleden:

• Wij zorgen er als bestuur voor dat alle huidige bestuursleden goed zijn geïnformeerd over de aansprakelijkheid die kan optreden als gevolg van hun positie als bestuurslid van de vereniging.

 

De afspraak geldt dat bestuurders als volgt handelen:

• Bij het uitvoeren van de bestuurstaken binnen de bevoegdheden blijven.

• Handelen conform de wet, de statuten en het huishoudelijk reglement.

• Jaarlijks met de leden de financiële toestand van de vereniging bespreken.

• Voorkomen dat er sprake is van tegenstrijdig belang.

• Voldoen aan de administratieplichten.

• Geen overeenkomsten aangaan die de vereniging niet kan nakomen.

• Ervoor zorgen dat de vereniging voldoet aan relevante wetten, zoals de AVG.(Algemene Verordening  Gegevensbescherming).

 

2. Afspraken voor nieuwe bestuursleden:

Nieuwe bestuursleden worden ingeschreven bij de Kamer van Koophandel.

Wij zorgen ervoor dat zij goed geïnformeerd worden over:

• De financiële toestand van de vereniging.

• De  medebestuursleden en de bevoegdheden die zij hebben.

• De (onderlinge) werkafspraken.

• De verplichtingen die het bestuur heeft op basis van de statuten en huishoudelijk reglement.

• De afgesloten bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering met voldoende dekking.

 

3. Afspraken voor aftredende bestuursleden:

Bij het neerleggen van een bestuursfunctie worden de volgende zaken geregeld:

• Het neerleggen van de bestuursfunctie wordt duidelijk vastgelegd.

• Uitschrijving bij de Kamer van Koophandel.

• Decharge van de bestuurstaken door de ledenvergadering van de vereniging.

• Een goede overdracht naar de nieuwe bestuurder(s).

• Vastlegging van de afspraken.

 

Ten aanzien van de afspraken onder 1, 2 en 3 spreken wij af:

• deze afspraken regelmatig te controleren op actualiteit (tenminste een keer per jaar).

 

Tegenstrijdige belangen:

 

1. Een bestuurslid meldt een (potentieel) tegenstrijdig belang direct bij de overige bestuursleden.

2. Het bestuurslid deelt alle relevante informatie over het (potentieel) tegenstrijdig belang.

3. Bij een tegenstrijdig belang zal het bestuurslid niet deelnemen aan de overleggen en besluitvorming bij het onderwerp waar sprake is van het (potentieel) tegenstrijdig belang.

4. Als alle bestuursleden een tegenstrijdig belang hebben, dan wordt er doorverwezen naar de Algemene

Ledenvergadering

5. Als een (potentieel) tegenstrijdig belang merken wij als bestuur in ieder geval aan:

I. Het aangaan van een overeenkomst met een geldelijk belang tussen de vereniging

enerzijds en de bestuurder en/of relaties van de bestuurder anderzijds.

II. Het vaststellen van de vergoeding van de bestuurder.

 

Afwezigheid van één of meer bestuursleden:

 

Hierover gelden de volgende afspraken:

1. Als sprake is van (tijdelijke) afwezigheid van een bestuurder, dient het betreffende bestuurslid dit direct te melden bij de overige bestuursleden.

2. Bij belet en ontstentenis van één bestuurder (niet zijnde de enige bestuurder) of meerdere bestuurders zijn de overige bestuurders belast met het bestuur van de organisatie. Zo nodig worden één of meerdere personen (te benoemen door de algemene vergadering) met het ‘medebestuur’ belast naast de overgebleven bestuurder(s).

3. Bij belet en ontstentenis van alle bestuurders  is de ALV bevoegd om één of meerdere personen aan te wijzen om tijdelijk in het bestuur van de organisatie te voorzien.

4. Het tijdelijke bestuur handelt zoals opgenomen in de statuten en het huishoudelijk regelement.

5. Als het aantal bestuursleden onvoldoende is om een besluit te nemen zal een stemming plaatsvinden in de Algemene Ledenvergadering.

 

Meervoudig stemrecht:

Het meervoudig stemrecht is voor onze vereniging niet van toepassing.

 

Toezicht:

Wij hebben alleen een bestuur en geen Raad van Toezicht (of toezichthoudende bestuursleden).

 

Bindende voordracht van bestuur:

Onze vereniging kent geen bindende voordracht.

 

Raadgevende stem:

• Wij nodigen altijd alle bestuurders uit voor een Algemene Ledenvergadering.

• Wij staan bestuurders toe om tijdens de Algemene Ledenvergadering een raadgevende stem/advies uit te

brengen op voorgenomen besluiten zoals de WBTR dat voorschrijft.